‘Besluit bescherming wolf’ doet het tegenovergestelde

‘Besluit bescherming wolf’ doet het tegenovergestelde

De afgelopen maand kon iedereen die dat wilde een reactie indienen over het ‘Besluit bescherming wolf en goudjakhals’. Iets wat ruim vierhonderd mensen en organisaties ook hebben gedaan. Een consultatie over een besluit met een hoogst misleidende titel, want het besluit zoals nu verwoord, gaat niet over de bescherming van wolven (en die enkele goudjakhals) in Nederland, maar over het tegenovergestelde: het mogelijk maken van het doden van wolven.
Misschien hadden we ook niet meer kunnen verwachten van een staatsecretaris van de zelfverklaarde jagerspartij, de BBB, die zich meermaals in alle toonaarden heeft uitgesproken voor het mogelijk maken van het doden van wolven. Iemand die het beschermen van enkele ‘exotische’ moeflons, die met geen ander doel zijn uitgezet dan om als jachtbuit te dienen voor goed betalende jagers, belangrijker vindt dan het beschermen van een inheemse beschermde soort als de wolf. Een diersoort die op eigen kracht ons land heeft weten te vinden en zich vooralsnog goed staande weet te houden. Ondanks alle gevaren die de dieren bedreigen, zoals het drukke verkeer in ons land.

Alle wolven lopen gevaar
Wie de moeite neemt om de ‘wijziging besluit kwaliteit leefomgeving en Besluit activiteiten leefomgeving (wolf en goudjakhals)’ goed te lezen, kan niet anders dan concluderen dat het doel van dit besluit niet is om wolven te beschermen of het aantal aanvallen op gehouden dieren te verkleinen. Integendeel: de staatssecretaris stuurt aan op het tot ‘probleemdier’ verklaren van vrijwel alle wolven in ons land.

De staatssecretaris stuurt aan op het tot ‘probleemdier’ verklaren van vrijwel alle wolven in ons land

Afschot is een ultimum remedium
Bovendien wil de overheid met dit besluit ‘op voorhand’ vergunning verlenen tot ingrijpen (lees: afschot), zodat ze niet meer hoeft te motiveren dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat dan ingrijpen. Een voorwaarde die de wet uitdrukkelijk stelt aan het afschieten van individuen van alle wettelijk beschermde soorten. Afschot is een ultimum remedium, een laatste redmiddel. Met een dergelijke vergunning in de hand wordt ingrijpen op grond van volksgezondheid en openbare veiligheid wel heel erg makkelijk (en naar onze mening: onwettelijk). Het is ook volledig in strijd met de zorgplicht en de plicht tot bescherming van deze inheemse soort, inclusief zijn leefgebieden. Het voorstel voldoet dan ook op geen enkele manier aan de eigen doelstellingen (duidelijkheid en bescherming): het geeft geen helder toetsingskader en dewolf krijgt op deze manier zelfs minder bescherming dan de overige diersoorten die onder de Omgevingswet vallen.

Probleemdefinities
Staatssecretaris Rummenie beloofde de Tweede Kamer om met duidelijke definities te komen voor wat een ‘probleemsituatie’ is. In het concept-besluit wordt vrijwel elke situatie waarin een wolf zich bevindt, geproblematiseerd: een wolf die langs een woning loopt, een wolf die op 30 meter van bewoonde huizen komt, een wolf die in de buurt van gehouden dieren komt… Deze definities bestempelen feitelijk elke wolf in Nederland op enig moment als ‘probleemwolf’.

De wolf krijgt op deze manier zelfs minder bescherming dan de overige diersoorten die onder de Omgevingswet vallen

Bedenk dan dat de gemiddelde Nederlander een wolf niet kan onderscheiden van een doorsnee hond, en er tekent zich een rampzalig scenario af. Rampzalig voor de wolf, voor onze natuur, maar uiteindelijk ook voor burgers. Want door zoveel onredelijke angst voor een dier op te wekken door het uitsluitend in termen van ‘probleem’ te definiëren, maak je mensen alleen maar angstig.
Alle formuleringen van een problematische situatie schieten jammerlijk tekort: als een wolf mensen benadert omdat zij lekker ruikend voedsel bij zich hebben, is dat dan een probleemwolf of een probleemmens? Als een wolf een aangelijnde hond benadert, wanneer wordt het dan risicovol? Bij 1 meter of 10, of 30? Het besluit geeft hierop geen antwoord. En wat te denken van een loslopende hond die – naar men zegt– gedood wordt door een wolf terwijl deze zich ‘niet in de directe nabijheid van mensen bevond’…?

Goede bescherming, goede voorlichting
Als de staatsecretaris werkelijk het aantal incidenten met wolven wil verminderen – en wie wil dat nu niet? – dan moet hij er in de eerste plaats voor zorgen dat gehouden dieren in Nederland de bescherming krijgen die ze bij wet verdienen. Dat een dierhouder dieren voldoende moet beschermen tegen predatoren en andere gevaren, staat namelijk wel duidelijk geformuleerd in geldende wetgeving.

Objectieve, op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde, voorlichting is broodnodig. Een goede voorlichtingscampagne is nog steeds – de provincie Noord-Brabant uitgezonderd – niet van de grond gekomen. Voorlichting in het kader van volksgezondheid is een taak die niet bij wolvenonderzoekers, dierecologen of boswachters zou moeten liggen – zoals nu het geval is, maar bij de overheid.

Ten slotte zou de staatsecretaris moeten eisen dat wolvenonderzoekers toegang hebben tot alle gebieden in Nederland waar wolven leven of zijn gesignaleerd. Alleen zo kunnen zij een volledig beeld krijgen over welke wolven waar leven en wat de dieren eten.
Het identificeren van individuele wolven is in de meeste gevallen uitsluitend mogelijk door goed DNA-onderzoek uit te voeren. En niet – zoals de staatsecretaris in het besluit lijkt voor te stellen – op zicht. Want, alleen als er zeer duidelijk beeldmateriaal is, waarop de wolf van twee kanten volledig zichtbaar is, kan een expert met enige zekerheid zeggen of een melding een wolf betreft. Met zekerheid vaststellen welke wolf is gesignaleerd, kan uitsluitend op basis DNA-onderzoek worden vastgesteld.

Objectieve, op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde, voorlichting is broodnodig

Standpunt Fauna4Life
In geen van de definities in het besluit is duidelijk wie zou moeten constateren dat het gaat om een specifieke, individuele wolf en hoe dat zou moeten gebeuren.
Zelfs als een van de door de staatssecretaris geschetste situaties zich heeft voorgedaan, is het onmogelijk om op een later moment met zekerheid te zeggen om welke wolf het in die specifieke situatie ging. Dat zou alleen mogelijk zijn als de betreffende wolf gezenderd was.
Het zou dan ook niet toegestaan mogen worden om een wolf te vangen of te doden tenzij deze gezenderd is en daarbij meermaals ernstig en risicovol gedrag heeft vertoond. (En ook dan moeten eerst met niet-dodelijke middelen worden geprobeerd om dat ongewenste gedrag af te leren.) Dat betekent dat op dit moment – nu nog geen enkele wolf een zender om heeft – de overheid geen toestemming mag verlenen tot het doden van een of meerdere wolven.

7 juni 2025

Pin It on Pinterest