Damherten in Hoeksche Waard mogen niet worden uitgeroeid
Ruim vier jaar geleden verleende de provincie Zuid-Holland toestemming om alle damherten in de Hoeksche Waard af te schieten. Het argument was dat het gaat om ‘verwilderde’ en dus niet beschermde damherten. Bovendien zouden ze landbouwschade veroorzaken en een gevaar vormen voor het verkeer. In december 2021 veegde de rechtbank al deze argumenten van tafel, naar aanleiding van een juridische procedure die was gestart door Fauna4Life en Animal Rights.
Eind 2024 probeerde de provincie het weer met dezelfde argumenten. De rechtbank heeft opnieuw in een voorlopige voorziening beslist dat niet is vastgesteld dat het gaat om verwilderde damherten en dat ze dus wel degelijk beschermd zijn. Dat betekent dat aan alle voorwaarden genoemd in de wet moet worden voldaan, voordat er geschoten mag worden.
Niet verwilderd, maar beschermd
De provincie heeft opnieuw gesteld dat er in het jaar 2000 drie damherten zijn ontsnapt uit een hertenkamp en dat alle nu aanwezige damherten nakomelingen zouden zijn van deze drie herten. De rechtbank deelt onze mening dat absoluut niet kan worden uitgesloten dat de ontsnapte damherten zich in de afgelopen 25 jaar hebben vermengd met wilde damherten. Sterker nog, het ligt voor de hand, aangezien uit de verspreidingsatlas blijkt dat er in de omgeving af en toe wilde damherten zijn waargenomen.
De rechter stelt dan ook dat de provincie zowel moet aantonen dat afschot noodzakelijk is in het belang van de openbare (verkeers)veiligheid en ter voorkoming van ernstige schade aan gewassen, maar ook aannemelijk dient te maken dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en dat de beheermaatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van het damhert.
Verkeersveiligheid
Wij hebben aangegeven dat er geen sprake is van een reëel gevaar voor de verkeersveiligheid. In de periode van 2016 tot en met 2022 ging het slechts om vier aanrijdingen met een motorvoertuig en daar was vooral het damhert slachtoffer van.
Volkomen terecht oordeelt de rechter dat de provincie “niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom het met het oog op de verkeersveiligheid noodzakelijk is dat de gehele populatie damherten moet verdwijnen of moet worden teruggebracht tot een kleiner aantal damherten.”
Landbouwschade
Helaas meent de rechter dat het op basis van de taxatierapporten wel aannemelijk is dat in de huidige situatie sprake is van ernstige schade aan gewassen. Maar de rechter vindt ook dat niet is aangetoond waarom het doden van de gehele populatie damherten noodzakelijk is om belangrijke schade aan gewassen te voorkomen.
Wij zijn van mening dat er helemaal geen damhert gedood hoeft te worden als er landbouwschade dreigt. Er kunnen diverse alternatieve maatregelen worden getroffen. Zeker als het gaat om kapitaalsintensieve teelten, zoals fruitbomen, mag van de ondernemer worden verwacht dat hij investeert in weliswaar dure, maar ook heel effectieve, maatregelen zoals rasters.
Uitspraak
De rechter deelt onze mening dat de damherten in principe beschermd zijn en dat betekent dat ze niet mogen worden uitgeroeid. Bovendien ziet de rechter geen grond voor het doden van damherten vanwege de verkeersveiligheid. Maar omdat er volgens de rechter wel sprake is van belangrijke landbouwschade, mag er toch worden geschoten. In de periode 2021 tot en met 2023 zouden er volgens tellingen ongeveer 40 damherten aanwezig zijn geweest. De rechter heeft uitgesproken dat, totdat in de bodemzaak uitspraak is gedaan, het aantal damherten niet onder het aantal van 40 exemplaren mag worden teruggebracht.
16 april 2025