De gans
Ondanks ik ’t bonte verenspel draag
Voel ik de kilte welke nimmer eindt,
Luidend uit hun maag als lustplaag
Is mijn wereld door mens verkleind
Tot een drup van riet en waternoot,
Waarin ik me almaar schuilen moet
Voor de stroperij, een vroege dood;
Voor hen een dis: m’n vlees en bloed.
Rob Van de Zande
http://robvandezande.blogspot.be/
1 december 2024