Hou van vos, ree, konijn, gans en al die andere soorten die onder vuur liggen
Tijdens de Vredesdienst voor dieren op 22 december jl. is een ingekorte versie van onderstaande tekst door Pauline de Jong namens Fauna4Life uitgesproken.
Beste dierenvrienden,
Terwijl wij hier veilig samen zijn in de Nassaukerk voor een vredesdienst voor dieren, worden dagelijks doodsbange dieren in het veld en op kale akkers opgejaagd en daarna doodgeschoten. De plezierjacht is nog in volle gang…
Als ze geluk hebben sterven de hazen, houtduiven, fazanten en wilde eenden onmiddellijk nadat de hagel hen raakt. Maar ondanks wat jagers beweren, is een directe dood een toevalstreffer en zijn dieren zelden op slag dood. Hun doodsstrijd duurt vaak meerdere minuten. Of nog vele malen langer…
We zagen hier recent schrijnende voorbeelden van op social media: Dierenambulance Amsterdam, die een zwaan moest laten inslapen, die aangeschoten en zwaargewond door jagers was achtergelaten in het veld. Een wilde eend, die een lange doodstrijd leverde in handen en onder de laars van een plezierjager. Een haas met schotwonden, die gilt van de pijn als een jager hem aan zijn verbrijzelde achterpoten optilt en daarna met een stok doodslaat…
In Nederland mogen dieren bij het slachten niet langer dan 40 seconden bij bewustzijn blijven, nadat hun halsslagader is doorgesneden. Een dier mag geen vermijdbare stress of lijden ervaren tijdens de slacht. Waar veel mensen (terecht) te hoop lopen tegen de onbedwelmde slacht, zijn ze opvallend stil over het lijden van dieren die sterven in handen van hobbyjagers. Niemand die toezicht houdt, niemand die hen controleert. En staat er dan een keer een voorbijganger met een camera bij een jachtpartij, dan is deze vaker wel dan niet getuige van ongekende wreedheden. Wie maakt zich druk over het lijden van de meer dan 1.000.000 in het wild levende dieren die jagers jaarlijks doden?
Hun lijden stopt niet na het sluiten van het jachtseizoen. Meerdere diersoorten worden jaarrond, ook in draag- en zoogtijd en ook ’s nachts, genadeloos vervolgd. Mét de zegen van de verantwoordelijke overheden: de provincies. Terwijl de zesde extinctiegolf zich voor onze ogen voltrekt, zien we provinciebestuurders die staan te juichen over de verlaagde Europese bescherming van de wolf.
In ons land, waar dag in, dag uit 1,7 miljoen dieren de dood vinden in slachthuizen om onze honger naar vlees te stillen, prijzen jagers het vlees van dieren uit onze natuur aan als alternatief voor de, voor consumptie gefokte, dieren uit de vee-industrie. En daarbij blijft het niet: provincies die de wettelijke taak hebben om in het wild levende dieren te beschermen geven jaarlijks ruim een miljoen euro uit aan het promoten van het eten van ‘wild’ vlees. In het ‘wildseizoen’, maar ook daarbuiten. Ganzen, wilde zwijnen, edelherten, reeën… Eet meer wilde dieren mensen!
Overigens kan de Nederlandse natuur hoogstens 5 procent van de totale wildconsumptie leveren. Het grootste deel van het wild dat in Nederland te koop is, komt van binnen- dan wel buitenlandse fokkerijen. De leefomstandigheden van deze ‘wilde’ dieren zijn net zo slecht als die van de meer bekende dieren in de vee-industrie, zoals kippen en varkens.
Ooit was Nederland een gidsland voor de ontwikkeling en bescherming van wilde natuur. Nu zijn wilde dieren, nog meer dan voorheen, ten prooi gevallen aan het natuurpopulisme binnen het kabinet, het parlement en de provinciebesturen. De bestuurders behartigen de belangen van enkelen en niet het algemeen belang. En al helemaal niet de belangen van de natuur en de dieren die daarvan afhankelijk zijn.
Faunabeheereenheden zoeken in opdracht van provincies voortdurend naar nieuwe geitenpaadjes om nog meer individuen van nog meer soorten – waaronder zelfs rode lijst soorten – te kunnen doden. Terwijl het hun wettelijke taak is om te zorgen voor robuuste populaties met een gunstige staat van instandhouding.
Er is geen land dat zo slecht met haar natuur omgaat als Nederland. Terwijl de wet toch heel duidelijk is: je mag geen inheemse dieren doden, tenzij al het mogelijke is gedaan om eventuele schade of ander ongemak veroorzaakt door deze dieren te voorkomen. Maar in plaats van handelen in lijn met de wet (nee, tenzij…) kiezen provincies liever voor ‘beheer = afschot moet’. We hebben te maken met een pervers systeem, waarin jagers en jachtgezinden de dienst uitmaken en dieren per definitie het onderspit delven.
Dieren mogen niet hardop met elkaar communiceren, geen relaties vormen, zich niet voortplanten, niet laagvliegen en geen rustplaatsen of holen bouwen om hun jongen in groot te brengen. Zij kunnen zelfs de doodstraf krijgen voor het simpele vergrijp dat ze eten nodig hebben.
Hoe zorgen we ervoor dat in het wild levende dieren in ons land weer de bescherming krijgen waar zij recht op hebben? Hoe gaan we ecosystemen herstellen, zodat de verschillende soorten – van heel klein tot groot – weer in onderlinge samenhang en in balans gaan leven? Elk dier en elke soort speelt een eigen, belangrijke rol in grotere gehelen die we ecosystemen noemen. Als planteneter, als predator of als voedsel voor andere dieren.
En hoe gaan we ervoor zorgen dat de huidige gewelddadige overheersing van wilde dieren plaatsmaakt voor co-existentie? Ten eerste moet er een eind komen aan het doden van dieren als ‘oplossing’ voor alle mogelijke, reële of vermeende mens-dierconflicten. Pas als iets niet meer mag, komen er nieuwe, diervriendelijkere oplossingen in zicht. Van beheer naar bescherming.
Ook natuur- en dierenorganisaties zullen kleur moeten bekennen. Zij mogen niet langer kritiekloos toezien hoe opportunistische politici en jagers onze natuur steeds ernstiger uitbuiten en schaden. Laten we met z’n allen een verbond aangaan met de natuur. Laten we de belangen van onze wilde landgenoten serieus gaan nemen. Het leven van een vos is even waardevol als dat van een grutto. Een grauwe gans wil – net als wij – niets meer dan in vrijheid leven en sterven. Biocentrisme in plaats van antropocentrisme en inclusiviteit in plaats van speciesisme. Een aanval op één soort is een aanval op alle soorten.
Co-existentie lijkt dan wel verder weg dan ooit, maar als iedereen die de natuur in al haar vormen liefheeft de handen ineenslaat, kunnen we het tij keren. Hou van de vos, de ree, het konijn, de gans en al die andere soorten die onder vuur liggen. Of zoals de slogan van de Engelse Vogelbescherming luidt: ‘Let’s give nature a home’.
Een veilig thuis…
23 december 2024