Bibi Dumon Tak – In een groen knollenland

Bibi Dumon Tak – In een groen knollenland

“Niemand controleert wat jagers uitspoken”

In het schotschrift In een groen knollenland, schreef Bibi Dumon Tak haar boosheid en frustratie over de ganzen- en hazenjagers achter haar huis van zich af. Ze had het gevoel dat niemand naar haar klachten wilde luisteren. Gedreven door al die opgehoopte adrenaline, had ze maar een maand of vijf nodig om het boek te schrijven. Het werd een zeer persoonlijk en confronterend boek. Een boek ook, dat je moet lezen als je in het lot van wild levende dieren belangrijk vindt…

Interview: Nettie Dekker | Foto’s: Bibi Dumon Tak

“Ik was al tegen de jacht voor ik In een groen knollenland ging schrijven. Maar toen ik in stiltegebied 33 ging wonen, werd ik met m’n neus op de feiten gedrukt. Behalve dat je er voor of tegen kunt zijn, geeft jagen ook echt overlast! Elke zaterdag opnieuw was het oud & nieuw. Word je weer wakker geknald en zit je hond te trillen van angst in zijn mand.”

De jagersvereniging wilde geen antwoord geven op jouw e-mails. Hebben ze wel gereageerd op jouw boek?
“Doodse stilte vanuit de jagersvereniging! Laatst kwam ik wel een paar jagers tegen toen ik op stap was met een vogelaar. Ze wilden blijkbaar laten merken dat ze wisten wie ik was en maakten bedreigende en seksistische opmerkingen. Zo erg dat ik ze hier niet wil herhalen. Maar tijdens mijn gesprekken met jagers ben ik nooit fysiek bedreigd. Ik weet dat het gebeurt, maar mij is het niet overkomen. Ik ben ook nooit echt bang geweest. Ik sta voor mijn zaak en ik sta voor de dieren. Dan moet ik wat doen. En wat jager Heidi* daar dan van vindt, kan me helemaal niks schelen.”

Mensen die klagen over jacht en jagers kunnen eigenlijk nergens terecht en worden niet serieus genomen blijkt uit jouw boek. Wat zegt dat over het toezicht op de jacht?
“Niemand controleert wat jagers uitspoken. Bel je de politie, dan zeggen ze: wij hebben niets illegaals gezien. De Omgevingsdienst kan ook niks. Ze hebben geloof ik twee mensen die het hele gebied van Den Helder tot Amsterdam moeten controleren! In het begin dacht ik bij de Omgevingsdienst: nu word ik eindelijk gehoord! Ik had in ieder geval de indruk dat ze best wilden luisteren. Maar uiteindelijk komen ze met het advies: ga ’s met die jagers praten. De provincie doet echt helemaal niets. Kijk je naar de politiek, dan zie je veel CDA en andere jachtgezinde partijen. Een paar mensen hebben het voor het zeggen in zo’n landelijke omgeving. Het is lastig om iets tegen de jacht te beginnen, omdat deze zo verweven is met de politiek, boeren, overheden… Het is een gesloten bolwerk. Ik werd gewoon genegeerd. Dat gekke wijf… Ik kom uit de stad. Dan ben je gewend dat je alles deelt. Iedereen mag op dat bankje in het park gaan zitten bijvoorbeeld. In het buitengebied is niets van jou, heb je nergens recht op. Je mag nergens wat van vinden. Zelfs het uitzicht is niet van jou. Je mag alleen op de weg gaan staan en toekijken; op het land waar de jagers lopen mag je niet komen. Sta je daar op dat streepje weg… Jagers eigenen zich alles toe. Waarom mag zo’n jager zich een haas toe-eigenen? Zij vinden dat ze ervoor betalen en dat zij dus het recht hebben om hazen dood te maken.”

Hoe is het nu in stiltegebied 33?
“Helaas zijn ze pas weer begonnen met schieten, maar het is een tijdje stil geweest achter mijn huis. Dat kwam 100% zeker door mijn boek. Ik denk dat ze gewoon geen zin meer hadden in die gesprekken. Zelf werd ik er ook doodmoe van. Sommige jagers zijn best vriendelijk, maar ook dan heeft een gesprek geen zin. Jagers heb ik dus even niet gezien, maar hazen ook niet! De hazen zijn zo goed als op…”

Volgens voormalig minister Schouten zijn er nog volop hazen.
“Er zijn vast wel plekken waar nog wel hazen lopen, maar ik denk dat zij haar oren te veel naar de jagerslobby liet hangen.

Achter op je boek staat dat jagers de grenzen van wat mag, opzoeken. En daar ook vaak overheen gaan. Heb jij illegale acties gezien?
“Ik heb bijvoorbeeld een filmpje van een jager die illegaal een brandgans had doodgeschoten. Ze proberen het gewoon of ze zien het verschil niet tussen een grauwe gans en een brandgans. Dan kan er wel een ontheffing liggen voor het schieten op grauwe ganzen, maar als je op een groep vogels in de lucht schiet, raak je gegarandeerd ook andere soorten ganzen. Ik heb erover geklaagd, maar nooit een antwoord gekregen.”

https://www.singeluitgeverijen.nl/de-geus/boek/in-een-groen-knollenland/

Je beschrijft de waanzin van de ganzenjacht. Wat is volgens jou een betere methode om eventuele schade te beperken?
“We moeten ze in ieder geval niet meer doodmaken. Winterganzen zijn geen probleem; zij eten wintergras. Tegen de tijd dat het gras weer gaat groeien, zijn ze alweer weg. Het gaat dus vooral om de ganzen die hier blijven. En om die enorme lappen Engels raaigras. Mensen hebben het probleem zelf gecreëerd. Dan vind ik dat mensen aan zet zijn om een oplossing – anders dan afschot – te vinden. Wij moeten een manier vinden om met ganzen samen te leven. Dat kan door het zaaien van andere gewassen of door een systeem van verjagen in combinatie met gebieden waar ze met rust gelaten worden, waar ze veilig zijn. En we moeten accepteren dat ze erbij horen in Nederland. Ik stoor me enorm aan de manier waarop mensen soms over ganzen praten. Het woordgebruik is altijd negatief! Ganzen vreten, ganzen schijten… Nou, koeien poepen heel wat meer! Wij moeten veranderen als we geen last van dieren willen hebben. Ik denk wel eens dat veel mensen bang zijn voor wilde dieren. Dat een dier dan van het podium verdwijnt, lijkt een goede en snelle oplossing. Maar dat is het niet.”

Jagers doen meer dan jagen…
“Ja, dat zeggen ze vaak. Maar waar waren ze tijdens de grootste vogelgriepuitbraak ooit? Dierenambulancepersoneel werkte zich een slag in de rondte, maar jagers heb ik niet gezien. Als je echt de vogelstand gezond wilt houden, dan help je toch?”

Jagers mogen regelmatig hun woordje doen in de media. Meestal zonder weerwoord en wederhoor. Hoe denk je dat dat komt?
“Ik wil geloven dat het geen onwil is, maar dat het journalisten ontbreekt aan kennis. Dat de meeste Nederlanders achter de jacht staan, zoals jagers beweren, geloof ik niet. Mensen willen graag vossen, herten en zwijntjes zien. Dan vinden ze het niet leuk als jagers deze dieren doodmaken.”

Wat kunnen wij – burgers – doen tegen de jacht(lobby)?
“Protesteren helpt. Als een heel dorp ertegen in opstand komt, houdt het op. Maar dat gebeurt helaas niet. Ga, zodra je jagers bezig ziet, meteen klagen bij de provincie of de Omgevingsdienst. Als een dienst tien telefoontjes op een ochtend krijgt, dan gebeurt er misschien wat. We moeten protesteren, ingezonden brieven schrijven… Zelf denk ik dat de jacht z’n langste tijd gehad heeft. De publieke opinie is echt aan het veranderen. Wat nu moet gebeuren, is dat mensen die jagers echt gaan uitkotsen. Laat je stem horen. Ik doe dat met mijn pen. Ik ben nu eenmaal een schrijver; ik heb een platform. En ik wil dat de jacht stopt!”

Ben je er achter gekomen waarom jagers jagen?
“Sommige jagers geloven werkelijk dat ze iets goeds doen. Ik denk dat ze gebrainwasht zijn. Hoe kan het anders dat je zegt dat je van dieren houdt en ze vervolgens doodmaakt? Blijkbaar hebben ze iets in hun hoofd uitgeschakeld. Als je midden in een groep ganzen schiet, dan weet je dat je ook dieren verwondt. Dieren die daarna langdurig lijden. ‘Ziek schieten’ noemen ze dat. Het doet ze niks; er gaat gewoon een luikje dicht…”

* ‘Weidelijk’ jager Heidi Looy uit Reeuwijk schreef in een opiniestuk in de Stentor: “Na alle berichten van dierenactivist Harry Voss, krijgen we nu een stortvloed van eenzijdige en dubbelzinnige berichten over de jacht van onder andere (…)schrijfster Bibi Dumon Tak die een schotschrift tegen de jacht schreef. Het kan niet op qua negatieve verhalen. Het een nog bloederiger dan het ander.”
Bron: Jager Heidi over haat, polarisatie en de wolf: ‘Ene verhaal is nog bloederiger dan het andere’


Passage uit: In een groen knollenland “De jager was beslist geen eencel, ook geen tweecel. Onder het hoedje, waarachter zijn gezicht verborgen zit, piept een dubbele kin uit. Het lijkt erop of hij zich die ochtend voor de jacht nog geschoren had. Om zijn hals hangt een grote kijker in camouflagekleuren. Knoestige takken en dor blad vormen het dessin van zijn lange jagersjas. De pijpen van zijn broek met verstevigde kniestukken verdwijnen in zware groengekleurde laarzen. Zijn dubbelloops jachtgeweer staat open. Geknakt zoals de nek van zijn buit. Er druppelt bloed uit de snavel op de ongeschonden borst van de nijlgans. Ik kan het niet begrijpen.”

2 april 2022

Pin It on Pinterest