Bezwaar tegen ontheffing voor doden van vossen in Limburg

Bezwaar tegen ontheffing voor doden van vossen in Limburg

Fauna4Life en Animal Rights hebben samen een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van Gedeputeerde Staten om een ontheffing te verlenen voor het ’s nachts doden van vossen ter bescherming van hobbyvee in de periode van oktober 2022 tot en met december 2026. Maandag 23 januari werd in dat kader een hoorzitting gehouden in het Gouvernement aan de Maas in Limburg.

De argumenten van Fauna4Life en Animal Rights in het kort
Tijdens de hoorzitting hebben drie (in principe) onafhankelijke personen de argumenten aangehoord van Fauna4Life en Animal Rights, de provincie, en als derde partij de Faunabeheereenheid (waarin jagers, grondbezitters en landbouw een meerderheid vertegenwoordigen).

Wat Fauna4Life en Animal Rights betreft is het duidelijk: er wordt niet voldaan aan de voorwaarden om een ontheffing voor het doodschieten van vossen te kunnen verlenen. Zo is evident dat er andere bevredigende oplossingen bestaan dan het doden van vossen. Bovendien is er geen sprake van belangrijke schade in de zin van de Wet natuurbescherming en er is onvoldoende onderbouwd dat de gunstige staat van instandhouding van de vos niet in het geding is.

In een voorlopige voorziening hadden de organisaties in december al gelijk gekregen van de rechter. In afwachting van het besluit van de provincie mogen de vossen daarom op dit moment ’s nachts niet worden afgeschoten ’ter bescherming’ van hobbyvee.

Betere oplossingen dan het afschieten van vossen
Gehouden (hobby)dieren kunnen en moeten wettelijk worden beschermd tegen predatoren zoals de vos. Dat kan door het plaatsen van rasters, om zo de gehouden dieren binnen en de predatoren buiten te houden. Al in 2002 bevestigde toenmalig staatssecretaris Faber van het ministerie van LNV dat proefondervindelijk is vastgesteld dat het vrij gemakkelijk is om omheiningen “100% voswerend” te maken.

In de ontheffing die er nu ligt, laat de provincie de beoordeling of er een andere bevredigende oplossing bestaat dan afschot over aan de Faunabeheereenheid Limburg, oftewel: de jagers. Dit is echter de taak van de provincie zelf. In de periode van juni 2018 t/m mei 2022 hebben toezichthouders 25 van dit soort machtigingen voor het bestrijden van schade door de vos aan hobbyvee gecontroleerd. In veertien gevallen bleek dat in strijd met de ontheffing was gehandeld.

Uit de cijfers blijkt dat via deze ontheffingen in 2020 in totaal 32 keer gebruik gemaakt van deze ontheffing en in 2021 ging het om 30 keer, waarbij respectievelijk 91 en 52 vossen zijn gedood. Het gaat dus om een groot aantal vossen dat wordt afgeschoten, zonder dat de provincie vooraf heeft beoordeeld of er wellicht een andere bevredigende oplossing bestaat.

Geen sprake van belangrijke schade
Alleen in het geval van belangrijk schade kan, wanneer aan diverse eisen wordt voldaan, een ontheffing worden verleend. De provincie heeft niet kunnen aantonen dat er sprake is van dergelijke schade. De reactie van de provincie, om deze voorwaarde dan maar te schrappen en een artikel te gebruiken dat uitgaat van ‘overlast’, is schandalig.
Advocaat Petra den Boer: “Het voornemen van de provincie om de ontheffing dan maar op een andere grond te verlenen is veelzeggend: deze ontheffing moet er linksom of rechtsom blijkbaar komen.”
Bovendien is niet aangetoond dat de beweerde ‘schade’ aan gehouden dieren is veroorzaakt door vossen. Als er dode dieren worden gevonden en/of dieren zijn verdwijnen, wordt altijd gemakkelijk naar de vos gewezen (en tegenwoordig ook naar de wolf), maar roofvogels, kraaien of marters kunnen evengoed slecht beschermd hobbyvee grijpen.

Gunstige staat van instandhouding
Het is onduidelijk hoe het met de vos gaat in Nederland. Het gaat hier om een beschermde diersoort, waarvoor de ontheffing voor afschot alleen kan worden verleend als er sprake is van een gunstige staat van instandhouding. De recentste cijfers over de staat van instandhouding zijn vier jaar oud.

Dat duidelijke cijfers niet voorhanden zijn, terwijl er wel een daling zichtbaar is, geeft meer dan voldoende aanleiding om terughoudend te zijn in het verlenen van ontheffingen. Provincies dienen namelijk het voorzorgsbeginsel, waarvan binnen het milieu- en natuurbeschermingsrecht wordt uitgegaan, in acht te nemen.

Advies en besluit
De commissie zal alle argumenten in overweging nemen en een advies uitbrengen. De provincie neemt vervolgens een nieuw besluit dat, indien nodig, bij de rechter aangevochten kan worden. De termijn voor het besluit van de provincie is 8 februari, maar deze termijn kan nog met zes weken verlengd worden. Wordt vervolgd!

25-01-2023

Pin It on Pinterest