Helaas mogen vossen in Utrecht weer worden gedood
De Raad van State heeft afgelopen week besloten om ons verzoek tot schorsing van de verleende ontheffing voor het doden van vossen in de provincie Utrecht af te wijzen.
Aanloop
Wij hebben eerder aangegeven wat aan dit verzoek vooraf is gegaan. Het ging hierbij om een voorlopig oordeel in afwachting van de behandeling van het hoger beroep in de bodemzaak. In de uitspraak wordt dan ook aangegeven dat deze schorsingsprocedure zich niet leent voor ‘complexe rechtsvragen’ maar dat het gaat om een belangenafweging.
Belangenafweging
Omdat deze zaak is beoordeeld als een eenvoudige belangenafweging, gaat het fout. Door de provincie Utrecht wordt beweerd dat er, omdat er de afgelopen tijd niet op vossen kon worden geschoten, sprake is van meer predatie. Daarmee lijkt een causaal verband te worden aangetoond tussen het niet afschieten van vossen, het toenemen van het aantal vossen en het tevens toenemen van predatie door vossen. Dat verband is echter niet vastgesteld.
Allereerst is helemaal niet bekend hoeveel vossen er eerst waren en nu zijn, zodat niet kan worden gesteld dat het aantal vossen in de afgelopen periode is toegenomen.
Bovendien wordt alleen gesproken over predatie in het algemeen, zonder dat bekend is door welke predator legsels verloren zijn gegaan. Meerdere diersoorten eten eieren en als een leeg nest wordt aangetroffen is niet duidelijk welke diersoort daarvoor verantwoordelijk was. Een eventuele toename van de predatie kan op deze manier niet aan vossen worden toegeschreven.
Afgezien daarvan is helemaal niet duidelijk welke invloed afschot op de aantallen vossen heeft. Bovendien is niet naar de overleving van de kuikens gekeken. Dat laatste is echter essentieel voor het broedsucces. En juist met de kuikens gaat het tegenwoordig steeds slechter met name door voedselgebrek als gevolg van de zeer sterke achteruitgang van insecten zowel in soorten als in aantallen.
Ondanks al deze onzekerheden en ontbrekende informatie heeft de Raad van State gemeend een ‘belangenafweging’ te kunnen maken, waarbij de kwestie is gereduceerd tot de simpele constatering dat het goed gaat met de vos en slecht gaat met de weidevogels. Op grond van die redenering is duidelijk waarom de vos is opgeofferd.
Dit besluit zal niet leiden tot een verbetering van de situatie voor de weidevogels. Daarvoor zijn andere maatregelen noodzakelijk, zoals de extensivering van de landbouw in de vorm van onder andere een hoger grondwaterpeil, later maaien, geen kunstmest, geen bestrijdingsmiddelen.
15 mei 2023