In gesprek met filmmaker Ruben Smit

In gesprek met filmmaker Ruben Smit

Interview: Jeroen Pouwels

“Het is de hoogste tijd voor een nieuwe Jac. P. Thijsse”

Ruben Smit is ecoloog, fotograaf en filmmaker. Hij oogstte veel lof met zijn grote filmprojecten De Nieuwe Wildernis (2013), Wad, overleven op de grens van water en land (2018) en Grutto! De Reis van onze Nationale Vogel (2022). Desondanks maakt hij zich zorgen over de staat van de Nederlandse natuur.

Van ecoloog naar fotograaf* naar filmaker. Hoe is deze ontwikkeling tot stand gekomen?
“Ik ben filmmaker geworden, omdat ik altijd de ambitie had om mensen een verhaal te vertellen. Film is het mooiste medium dat er is. Je zet mensen anderhalf uur in het donker en je vertelt ze een verhaal. De laatste tijd maak ik me heel erg bezorgd over de biodiversiteit in Nederland. Het is nodig dat het maatschappelijke debat hierover constructief op gang komt. Met mijn films, maar ook via interviews, wil ik de mensen bewust maken van de desastreuze ontwikkelingen rondom de biodiversiteit.”

Als filmmaker heb je in een interview gezegd dat je in de ziel van de dieren probeert te kijken om zo de kijker mee te laten voelen. Hoe bedoel je dit precies en hoe pak je dat aan?
“Als natuurfilmmaker moet je oppassen dat je dieren niet te veel vermenselijkt. Maar, zeker in mijn film Grutto, kostte het me weinig moeite om me te verplaatsen in de vogel, want ik kon veel situaties en gedrag herkennen. Op den duur kun je zien of de vogel boos, verdrietig of blij is. Op die manier kun je wel degelijk in de ziel van een dier kijken.”

Voor de films die je maakt is vaak eindeloos veel geduld nodig. Welke voorbereidingen tref je? Is er een script?
“Door veel onderzoek te doen en dieren te bestuderen kun je goed vaststellen wanneer je wat kunt filmen. Het helpt me zeer dat ik een gepromoveerd wetenschapper ben en ook zo denk. Ik zoek altijd naar de kern van de inhoud; welke vragen wil ik beantwoorden en welk verhaal wil ik dus vertellen? We maken inderdaad van tevoren een script van hoe we het uiteindelijk willen hebben. Veel mensen denken dat ik gewoon een camera mee naar buiten neem en het allemaal laat gebeuren. Zo is het absoluut niet. Ik heb heel duidelijk voor ogen wat ik wil vertellen. Dat wil niet zeggen dat er geen dingen spontaan ontstaan.”

Oostvaardersplassen (‘De nieuwe wildernis’)

Wat is volgens jou de rol van de grote grazers in dit gebied?
“De Oostvaardersplassen is een complex ecosysteem, omdat er grasland naast moerasland is in een relatief jong natuurgebied. Die grazers hadden als functie het gebied open en gevarieerd te houden, maar wel vanuit de filosofie dat het gebied groter zou zijn dan dat het nu is. De grote grazers liepen toentertijd (2010) in een zeer vruchtbaar gebied waar ontzettend veel te eten was. In de nawinters kwam er voedselschaarste, waardoor er absoluut gezien veel dieren stierven.”

De populaties begonnen zichzelf te reguleren

Moeten de aantallen grote grazers worden bepaald door natuurlijke processen of door de mens worden gereguleerd.
“Als populatie-ecoloog zag ik dat de reproductie van de populaties grote grazers aan het afvlakken was. Er was een stabiele situatie ontstaan waardoor de aantallen minder heftig zouden gaan schommelen. De populaties begonnen zichzelf te reguleren. Afschot vond alleen plaats onder strikte criteria waarbij alleen de allerzwakste, stervende dieren werden gedood. Uit de demografie en populatieontwikkeling kon ik dus opmaken dat natuurlijke processen zoals sterfte door ziekten, verminderde reproductie e.a. een grote rol speelden.

Daarnaast is het gebied een glazen huis. Iedereen kan het gebied zien, zelfs vanuit de trein. Het gebied is ook nog heel jong. In de winter was alles kaal en de natuurlijk successie werd door de grote grazers versneld. De ruigten en wilgenbossen maakten versneld plaats voor grasland.

Natuurlijke processen vinden ook plaats in kleine gebieden

Als je nu het gebied bezoekt dan zie je overal hekken en aangeplante bosschages. Het is een park geworden. Dat vind ik jammer. De poëzie van de wildernis, inclusief de heftige processen zoals sterfte, is hiermee verloren gegaan.

Hoe denk je nu over de Oostvaardersplassen?
“Ik snap de emoties van de mensen die het op een andere manier bekijken. Als je zelf paarden hebt en je ziet konikpaarden sterven, dan begrijp ik dat wel. Voor mij is het sterven van een muis of haas door bijvoorbeeld hoog water net zo heftig om te zien als een stervend edelhert of een konikpaard.

Het gaat echter om wat je onder natuur beschouwt. Daar zit ‘m de echte discussie. Voor veel mensen is een natuurgebied van 5000 hectaren onder de rook van Amsterdam geen natuur. Want er staat een hek om en het is klein. Maar natuurlijke processen vinden ook plaats in kleine gebieden. Het staat los van de omvang van een gebied. Maar zie dat maar eens uit te leggen. Dat is een enorme uitdaging en op dat gebied kan en kon de voorlichting veel beter.

Ik ben ook in gaan zien dat de verbinding met het Horsterwold belangrijk is. Deze verbinding lag er al, maar door toedoen van Bleker en consorten is deze nooit tot stand gekomen. Een gemiste kans.

Interview met filmer Ruben Smit, bij Skrok bij Easterein, over de bioscoopfilm “Grutto”. FOTO: MARCEL VAN KAMMEN

Weidevogels (‘Grutto!’):

Denk je dat het mogelijk is om weidevogels te behouden op commerciële landbouwgronden ofwel gaat de landbouw samen met weidevogels?
“Het echte probleem is dat bestuurskundigen, met name politici, geen problemen meer oplossen. De problemen rond de landbouw worden vooruitgeschoven. Al decennialang trekt de intensieve landbouw een te grote wissel op onze leefomgeving. Bodem, water en luchtkwaliteit zijn van een bedroevend lage kwaliteit. De gezondheid van de gehele samenleving lijdt daar onder. Daar worden we nu voor gestraft en door de Europese Unie voor op onze vingers getikt. Als landbouw circulair wordt met een veel lagere intensiteit, dan gaat het samen met een relatief hoge biodiversiteit. Gaan we op dezelfde voet verder, dan gaat dat ten koste van de weidevogels.

Wat moet er vooral gebeuren om weidevogels in Nederland te behouden?
“Intensivering van de landbouw heeft gezorgd voor de afname van habitatkwaliteit van de weidevogel. De oplossing is: extensieve landbouw, een lagere vee dichtheid, hogere grondwaterstanden en een circulair systeem waarbij geen idiote maaidata worden aangehouden. Wij zullen moeten accepteren dat voedsel duurder wordt. En wij moeten vooral minder vlees en zuivel eten! Dat is ook nog gezonder!

Wij moeten vooral minder vlees en zuivel eten

Ik vind dat de organisaties die zich inzetten voor de natuur, zich slecht verenigen en verkopen. Waar zijn de echte natuurbeschermers? Die moeten nu opstaan! Ik hoor en zie ze veel te weinig. Ze blijven onder de radar en als ze een verhaal brengen dan beperkt het zich tot het beeld van orchideeën in een natuurreservaat en brandnetels. Het gaat om veel meer! Het gaat om onze gezondheid en die van onze kinderen. Dat doet me echt pijn, ik word er emotioneel van. Ik krijg steeds meer het gevoel van Jac. P. Thijsse. Destijds, ruim honderdtwintig jaar geleden, vocht hij om het Naardermeer te beschermen zodat het geen vuilnisbelt zou worden en werd Natuurmonumenten opgericht. Nu dreigt Nederland in één grote vuilnisbelt te veranderen! Iemand moet het voortouw nemen, want zo kan het niet langer meer. En ja…ik voel me aangesproken.

De verschillende natuurorganisaties strijden veelal voor hun eigen hachje, maar eigenlijk zou er een National Trust moeten zijn waar iedereen via zijn natuurvereniging lid van wordt. De wereld staat in brand en het is vooral een spel tussen de politiek en de grote bedrijven. Zij hebben de macht en het geld. Toch kan ook de ‘big money’ niet zonder een gezonde planeet, dat zullen zij en de politiek moeten gaan inzien. Een sterke, verenigde natuurbeschermingsorganisatie kan hier weldegelijk een stem in krijgen.”

Denk je dat het bestrijden van predatoren noodzakelijk is om weidevogels te beschermen?
“Op het moment dat je ingrijpt in de populatie vossen krijg je veel beweging, stress, onrust en andere invloeden die ervoor zorgen dat de vossenpopulatie juist toeneemt. Onderzoeken tonen aan dat het bestrijden van predatoren de weidevogels op de lange termijn niet gaat redden.

De oorzaak van de achteruitgang van weidevogels is niet predatie, maar het feit dat het leefgebied niet op orde is

De oorzaak van de achteruitgang van weidevogels is niet predatie, maar het feit dat het leefgebied niet op orde is. Leefgebieden zijn versnipperd en bieden te weinig voedsel en bescherming. De laatste weidevogelgebieden zijn zo klein geworden dat het feitelijk fastfoodrestaurants zijn geworden voor roofdieren. In de omliggende graswoestijnen is vrijwel niks meer te eten voor weidevogel en predator. De roofdieren zijn niet schuldig, het systeem van massaproductie is hiervan de oorzaak. Door zo te focussen op groei en een zo hoog mogelijke productie van landbouwgewassen sla je de voedingsbodem letterlijk en figuurlijk weg onder een gezond, bio divers platteland.”

Jacht

De jacht in Nederland ligt onder een vergrootglas. De jacht in Nederland verstoort ecologische en natuurlijke processen en is niet meer in de huidige vorm te handhaven. Hoe kijk jij hier tegenaan?
“Je kunt je afvragen wat in de huidige maatschappij de rol van populatiebeheer en jacht is. Deze activiteiten kun je eigenlijk niet meer verkopen. Nu helemaal niet meer in deze grote biodiversiteitscrisis. Ik sla stijl achterover als ik lees dat de KNJV serieus probeert om de jacht op de zomertortel in Zuid-Europa te laten hervatten. Waarom? Met welk doel? Om de laatste paar honderd beschermde tortelduiven ook definitief uit te roeien? Het is een rode lijstsoort die in rap tempo uitsterft! Ik vind dit gewoon ontoelaatbaar en zelfs strafbaar. Ieder weldenkend mens zal dit niet kunnen begrijpen.

In mijn laatste film, Grutto!, besteed ik aandacht aan het jagen op grutto’s in de delta van de Somme (Frankrijk). Het is toch van de gekke dat we er in Nederland alles aan doen om deze vogel te behouden en in Frankrijk schieten ze deze en andere rode lijstvogels uit de lucht. Dat geldt helaas voor meer soorten, zoals de pijlstaarteend, de watersnip en de wulp.

Het zijn vooral factoren zoals voedselaanbod en weersomstandigheden die bepalen hoeveel dieren ergens aanwezig zijn

Er werd voorheen aan populatiebeheer gedaan onder het mom van het missen van een toppredator. Dat verhaal gaat niet meer op nu we de wolf en de zeearend terug hebben. En we moeten niet vergeten dat er nog meer komen. Denk aan de goudjakhals.”

Jagers gebruiken vaak de term ‘beheren’ en ‘balans’. Kun je populaties wel beheren en zodoende de balans terug brengen?
“Nog nooit is wetenschappelijk goed aangetoond dat jagers een populatie in balans kunnen brengen. Bij ingrijpen verstoor je de sociale balans in een populatie. Dat is een zeer onderschatte factor in het huidige beheer. Daardoor ontstaat er stress en worden de familiebanden van dieren onderling verstoord waardoor er juist ‘disbalans’ ontstaat. Een grote predator doet aan natuurlijke selectie, een jager veel minder of zelfs helemaal niet.

We moeten op een andere wijze leren omgaan met populaties wilde dieren. Je kunt mij niet meer uitleggen dat je hier nog reeënjacht nodig zou zijn, terwijl de wolf hier ook rondloopt. De jacht geeft bovendien enorm veel onrust in het veld met verkeersslachtoffers tot gevolg.

Ik vind dat jagers een heel andere functie moeten krijgen. Ze hoeven niet weg, want er zitten ook heel kundige mensen bij die veel weten van de natuur, maar ze moeten een rol krijgen in de monitoring. Monitoring wordt steeds belangrijker. Zeker in het kader van de achteruitgang van de biodiversiteit. Ik vind jacht in veel gevallen een achterhaald principe, omdat bewezen is dat populaties zichzelf heel goed kunnen reguleren. Door de komst van de grote predatoren is het argument dat er beheerd moet worden zeker achterhaald. Onderzoeken tonen aan dat je in o.a. een reeënpopulatie een hogere natuurlijke mortaliteit krijgt, wanneer je niet ingrijpt en dat de populatieontwikkeling zich gaat stabiliseren.”

Ex-jager Sjaak Kuijpers vindt dat hobbyjagers te veel invloed hebben op het beheer en hiervoor niet capabel zijn. Het natuurbeheer moet volgens hem geheel beroepsmatig worden. Is het beroepsmatig maken een oplossing?
“Dat is zeker een deel van de oplossing. Als er al jacht plaats vindt, moet dit door enkel professionals plaatsvinden. Wat mij verbaast, is dat het afschotbeleid, bijvoorbeeld op de Veluwe, nog steeds grotendeels gebaseerd is op modellen en aannames zonder de wolf. Maar het is ook gebaseerd op tellingen die beperkt zijn. Heel vaak zijn dat schattingen en modellen. Terwijl de werkelijkheid toch echt anders is.”

Hoe zouden we de mensen kunnen informeren over de jacht zoals deze werkelijk is?
“Het is belangrijk om mensen te informeren over de wetenschappelijke feiten. Er wordt al jarenlang onderzoek gedaan naar verschillende bejaagbare soorten waaruit blijkt dat populaties waar niet ingegrepen wordt, constant blijven en natuurlijke schommelingen vertonen. Neem bijvoorbeeld onderzoeken naar konijnen- en vossenpopulaties. Die kennis is er gewoon. Ik denk dat heel veel jagers ook echt wel weten hoe het werkt.

Onderlinge concurrentie en ziektes spelen een grote rol in de natuurlijke populatieopbouw. Toppredatoren ook, maar zij zullen slechts een klein deel van de populatie opeten. Het zijn vooral factoren zoals voedselaanbod en weersomstandigheden die bepalen hoeveel dieren ergens aanwezig zijn.”

Toekomst 

Als je nu weer aan een filmproject zou gaan beginnen, wat zou dan het onderwerp kunnen zijn?
“Het wordt steeds moeilijker om een film te maken. Mensen gaan steeds minder naar de bioscoop en filmen vergt veel tijd en is heel kostbaar. Ik neig ernaar om kritischer films te gaan maken die veel meer gaan over de rol van de mens in de natuur.

Ik dacht altijd dat het tonen van de schoonheid van de natuur de mensen beweegt de waarde ervan in te zien. Helaas is het tonen van de schoonheid alleen niet meer genoeg. Het verhaal dat verteld moet worden, is dat het economische systeem in Nederland, maar ook mondiaal, verrot is. Het idee dat economische groei de motor moet zijn van onze samenleving moet volledig op de schop. Ik ben geen econoom maar het lijkt me toch dat het mogelijk moet zijn om ecologie en economie in balans te brengen. Laat dit een streven worden. Ik ben daarnaast ook een groot voorstander van de toetsing van een ecologische kapitaal index waarin de toestand van de natuur bepaalt hoeveel productie en dus groei er mogelijk is.

Mijn nieuwste film? Ik weet het niet. Ik voel me steeds meer een activist worden. Wellicht wordt dat wel het thema van mijn nieuwste productie…

*(boek De Veluwe)

Interview met filmer Ruben Smit, bij Skrok bij Easterein, over de bioscoopfilm “Grutto”. FOTO: MARCEL VAN KAMMEN

Foto’s: Marcel van Kammen en Jonathan Andrew

Pin It on Pinterest