Interview Arjan Postma: ‘Zorgen voor’ begint bij ‘houden van’

Interview Arjan Postma: ‘Zorgen voor’ begint bij ‘houden van’

Jeroen Pouwels in gesprek met Arjan Postma

Een mooie zondagochtend begin mei leende zich uitstekend voor een wandeling met Arjan Postma door de Eilandspolder, een natuurgebied in zijn achtertuin. In dit gebied vliegen de rietzangers je letterlijk om de oren. Het beloofde een bijzondere ochtend te worden. 

Als je een toerist een typisch Noord-Hollands landschap wilt laten zien, kan je hem of haar het beste meenemen naar dit veenweidegebied. Het is een door mensen gemaakt landschap bij het dorpje Graft dat bestaat uit slootjes, rietkragen, een wilgenbosje en omliggende laaggelegen droogmakerijen. Door verschillende niveaus van vochtigheid ontstaat veel variatie. Het is daardoor een mekka voor verschillende planten- en diersoorten, maar vooral voor vogels.
Arjan Postma is een boswachter zoals je hem verwacht: cowboyhoed, laarzen en verrekijker. Hij blijkt een echte verhalenverteller te zijn.
Al snel gaat het over mozaïekmaaien. Het compromis dat met boeren over deze vorm van maaien is gesloten, biedt geen oplossing voor de weidevogels De eieren komen wel uit, maar de jongen kunnen niet overleven. Door het maaien verdwijnt de dekking biedende plantengroei en is er onvoldoende voedsel. In de Eilandspolder richten ze zich daarom vooral op de ontwikkeling van de pullen, ook met het maaibeleid, en dat heeft direct resultaat opgeleverd.

‘Predatie is geen probleem, zolang het habitat op orde is’

Predatie
Predatie is geen probleem, zolang het habitat op orde is, aldus Arjan. Als de vegetatie heel eenzijdig is, valt er verder niks te halen. De vos en de marter krijgen al snel onterecht de schuld. Speciaal ingerichte weidevogelgebieden zijn, als gevolg van de intensieve landbouw elders, het laatste bolwerk van de weidevogels. Het lijkt dan alsof het daar hartstikke vol met vogels zit. Als een predator dan toeslaat, is het net of de laatste nesten worden leeggegeten op plekken waarvan men hoopte dat ze de grutto zouden redden. Vervolgens bevestigt Arjan wat professor Piersma van de Rijksuniversiteit Groningen al heeft aangetoond: de grutto sterft waarschijnlijk uit als gevolg van het huidige (landbouw)beleid.
Vossenpredatie treedt vooral op in slechte muizenjaren. Zo’n geïsoleerd weilandje weidevogels is één avond voedsel en dan is het op. De dieren maken gebruik van de geboden mogelijkheden. Arjan windt zich op over de ingrijpende maatregelen die vervolgens worden genomen. De belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van weidevogels is de verandering van het landschap door de mens. Predatorbestrijding lost dat niet op.
Hij vindt de nieuwe plannen in Friesland en Zuid-Holland heel slecht. Een buffer van 1000 hectare rondom een weidevogelgebied met daarin 5% kruidenrijk grasland moet de weidevogelpopulaties beschermen. In deze gebieden willen ze actief de predatie beperken door ontheffingen te verlenen voor onder andere roofvogels, reigers, meeuwen en marterachtigen. Uiteindelijk is het middel erger dan de kwaal. Arjan verwijst naar de Eilandspolder en zet uiteen dat in een gebied waar het habitat op orde is, predatie en weidevogelstand in balans zijn.
Uit de plannen van de provincies Friesland en Zuid-Holland blijkt dat de jachtlobby heel sterk is. Hij betreurt dat en wijst erop dat jacht in de meeste gevallen alleen maar meer schade aanricht. Door mensen goed voor te lichten, wil hij laten zien dat jacht geen oplossing is en ook nooit zal zijn.

‘Door mensen goed voor te lichten, wil hij laten zien dat jacht

geen oplossing is en ook nooit zal zijn’

Weidevogelbeheer
Bij het zien van een krakeend wordt hij enthousiast en zegt dat het qua aantallen de tweede eend van Nederland is. Helaas gaat het met de meest talrijke eendensoort, de wilde eend, minder goed en dat is onder andere te wijten aan het gebrek aan insecten.
Iets verderop lijkt het nest van een scholekster te worden bewaakt door een paartje nijlganzen. Hij merkt op dat andere vogels vaak voordeel hebben van nijlganzen, want zij verjagen alles wat in hun ogen bedreigend is.
Goed weidevogelbeheer is duur. Vooral de inrichting van het landschap is van groot belang voor het herstel van de weidevogelpopulaties. In de Eilandspolder is nog sprake van een middeleeuws verkavelingsgebied met stukken moeras waardoor de omstandigheden voor de weidevogels optimaal zijn.

Krakeend

Geen natuur in Nederland?
Veel mensen zeggen dat er geen natuur is in Nederland. De meeste weilanden in Nederland zijn in feite groene graswoestijnen. Met verontwaardiging in zijn stem geeft Arjan aan dat de meest bloemrijke gebieden in Nederland de wegbermen zijn. Helaas blaast elke passerende vrachtwagen de vlinders van de bloemen af.
Veel boeren leggen langs hun percelen gesubsidieerde bloemstroken aan. Dat halfslachtige systeem werkt niet. Arjan bepleit een heel ander systeem. Hij stelt voor om de grootschalige landbouwgebieden tot industriële akkers te verklaren. Op plekken met de mogelijkheid tot natuurontwikkeling, zouden boeren 100% natuurlijk moeten werken. De natuur is dan de opbrengst. De boeren moeten daarvoor worden betaald. Het probleem met steeds intensievere landbouw is dat er veel minder rommeligheid is. Al het werk wordt geautomatiseerd en moet zo efficiënt mogelijk worden uitgevoerd, terwijl die rommeligheid belangrijk is voor diversiteit. Laat boeren bovendien hoogwaardige producten voor lokale markten produceren waar goed voor wordt betaald. In dat geval is grootschaligheid onnodig en kan zo’n boer met 50 koeien een bedrijf runnen. Kortom, de agrarische sector moet veel minder intensief worden.

‘Kortom, de agrarische sector moet veel minder intensief worden’

Adviseur van de minister
Als Arjan adviseur zou zijn van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, zou hij de werkelijke kosten van de landbouw eerst wel eens willen doorrekenen. Volgens hem kost de huidige landbouwmethode de maatschappij veel meer dan dat het oplevert. Hij somt de problemen op waar we mee te kampen hebben: ontwateren veenweidegebieden, bestrijdingsmiddelen in het grondwater, overbemesting, te veel vee en zoönosen. Hij ziet wel dat veel boeren hart hebben voor het landschap, maar dat er in de zucht naar efficiëntie heel veel natuur verdwijnt. Hierdoor nemen soorten in aantal af en krijgen andere soorten (predatoren) daarvan de schuld. Hij wijst ook op het fenomeen dat eerder verdwenen soorten, waarvan de populatie inmiddels succesvol is hersteld, opeens als ‘plaag’ worden beschouwd. Enkele voorbeelden daarvan zijn ganzen, dassen en bevers. Als deze dieren al problemen veroorzaken, is de mens daarvan meestal de oorzaak.

‘Een roedel wolven zal zich voornamelijk richten op de

natuurlijke prooidieren, herten en zwijnen’

De wolf
Ondertussen lopen we het wilgenbosje in en ontdekken de uitwerpselen van een vos, waardoor het gesprek al snel overgaat naar de wolf. Arjan heeft goed contact met Lennard Jasper, een van de boswachters in het gebied waar wolven leven. De schade die de wolf veroorzaakt, is peanuts in vergelijking met het aantal schapen dat jaarlijks door honden wordt doodgebeten. Voor een wolf is een schaap geen voorkeursprooi. Een schaap is alleen interessant voor een zwervende wolf. Effectieve afrasteringsmaatregelen weren wolven.  Een roedel wolven zal zich voornamelijk richten op de natuurlijke prooidieren, herten en zwijnen. Dat blijkt nu al uit de praktijk op de Veluwe, waar gevestigde wolven vrijwel geen schaap doden.
Veel mensen zijn bang voor wolven omdat ze de juiste kennis missen. Sommigen denken zelfs dat wolven kinderen aanvallen. Wolven zijn echter schuw en zullen mensen zoveel mogelijk mijden.

‘Zorgen voor’ begint bij ‘houden van’
Het motto van Arjan is: ‘Zorgen voor’ begint bij ‘houden van’. Veel organisaties en filmmakers die met de natuur bezig zijn, luiden de noodklok. Zij laten vooral zien wat er allemaal fout gaat. Het werkt heel verlammend als je een natuurdocumentaire bekijkt over een diersoort waar het slecht mee gaat. Het is dan net alsof de filmmaker toont dat hij net op tijd was om de laatste exemplaren van de soort te filmen.
Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat mensen eerst verliefd worden op de natuur. En als ze er dan verliefd op zijn, zijn ze rijp voor de volgende stap. Ze komen dan mensen of organisaties tegen, zoals Fauna4Life, die hen ervan overtuigen dat het belangrijk is de natuur te beschermen en ze zullen bereid zijn zich hier sterk voor te maken. Zij hebben die keus dan zelf gemaakt.

Het verhaal van de gekke mier
Arjan vertelt enthousiast dat hij bezig is met zijn vierde boek. In dit boek wordt het verhaal van de gekke mier verteld. Wij moeten Fauna4Life als zo’n gekke mier zien. In essentie is een mierenkolonie te vergelijken met onze maatschappij. Ze hebben landbouw, veeteelt (luizen), werkmieren, soldaten et cetera. Mieren leven in een wereld van geur. Soms wordt een geurspoor onderbroken en dan is er paniek. Ze weten niet meer welke kant ze op moeten gaan, totdat één mier de onderbreking negeert en verderop een voedselbron ziet. Hij haalt er vervolgens andere mieren bij, maar de meeste daarvan, gaan direct terug naar het bekende geurspoor. Uiteindelijk vindt hij meerdere gelijkgestemde mieren. Zij worden trendsetters en met hun nieuwe  inzichten zullen zij uiteindelijk  een verandering bewerkstelligen. Het gaat er dus om dat je steeds meer gelijkgestemden vindt en op die manier meer stem krijgt om de noodzakelijke veranderingen te kunnen realiseren. Zo moeten wij Fauna4Life ook zien, als trendsetter.

Het werd inderdaad een bijzondere ochtend met een bevlogen boswachter die mijn liefde voor de natuur nog groter heeft gemaakt.

 

3 juni 2020

Pin It on Pinterest