Over de wolf in Nederland
Jeroen Pouwels in gesprek met Leo Linnartz
Het zal u niet ontgaan zijn: afgelopen juni werd bekend dat het wolvenpaar op de Veluwe jongen heeft gekregen. Dit was voor Fauna4Life reden om Leo Linnartz, wolvendeskundige, te vragen naar de ontwikkelingen rondom de terugkomst van deze toppredator in Nederland.
Leo Linnartz is betrokken bij ‘Wolven in Nederland’. Dit samenwerkingsverband informeert over de wolf, zijn terugkeer in Nederland en hoe we weer moeten leren samenleven met dit dier. Linnartz is medeauteur van het boek ‘De wolf is terug!’. Ook houdt hij regelmatig lezingen in het land over de wolf als predator, zijn habitat en de feiten en fabels rondom het dier. Hieronder leest u ons gesprek met Leo Linnartz.
HTS natuurkunde
Opvallend genoeg blijkt Leo Linnartz van huis uit opgeleid te zijn als natuurkundige. Hij vertelt dat je dan eigenlijk weinig met levende, maar meer met dode natuur te maken hebt. Toch bleek hij meer gefascineerd te zijn door de levende natuur. Tijdens zijn opleiding liep hij stage in Zuid-Afrika en daar heeft hij volop ‘misbruik’ gemaakt van de verlofdagen om de wilde natuur te bekijken. Daar raakte hij definitief gefascineerd door de interactie tussen predatoren, herbivoren en landschap.
Uiteindelijk werd het zaadje van de liefde voor wolven zo’n twaalf jaar geleden geplant door een collega van ARK Natuurontwikkeling. Hij zag dat het aantal wolven in Duitsland toenam en dat dit wellicht gevolgen zou hebben voor Nederland. Het werd tijd om ook Nederland voor te gaan bereiden op de komst van de wolf. Deze collega had een vooruitziende blik.
Met een andere collega, Roeland Vermeulen van FREE Nature, is Leo zich gaan verdiepen in het onderwerp wolf. Ze zijn toen naar het oosten van Duitsland gegaan om kennis en ervaring op te doen over de wolf. Het landschap daar bleek veel overeenkomsten te vertonen met het Nederlandse landschap. Grote steden, kleine dorpjes, landbouw en de bossen bestonden voornamelijk uit naaldakkers. Dit bleek een prima habitat voor de wolf te zijn.
Wolven in Nederland
Naar aanleiding van het bezoek aan Duitsland is Wolven in Nederland opgericht. Leo komt vervolgens met een kleine anekdote. Het was eind augustus en ze besloten te gaan kamperen. Een dag later zouden ze een ontmoeting hebben met wolvenonderzoekers. De tent was opgezet en na het eten zaten ze met een biertje in de hand voor de tent te genieten van de laatste restjes daglicht. Tot hun grote verbazing werden ze getrakteerd op het huilen van wolven. Dit is een unieke ervaring, want er zijn maar weinig mensen die wolven horen huilen.
Vervolgens licht hij het huilen van wolven toe. Wolven huilen om elkaar op te zoeken. Eind augustus zijn de jongen redelijk zelfstandig en niet meer aan hun hol gebonden. De ouders gaan op jacht en willen de buit delen met de jongen, maar deze lopen dus ergens rond. De ouders gaan huilen waarop de jongen antwoord geven. Zo vinden ze elkaar weer en na het socialiseren kan er gegeten worden.
Hij sluit de anekdote af met een mooie mededeling. De volgende dag werden de wolvenonderzoekers ingelicht en zij gaven aan dat het om een nieuwe roedel ging. Leo leerde hier wel van dat wolven erg moeilijk te ontdekken zijn.
Wolven in Nederland vindt het belangrijk dat mensen goed voorgelicht worden. Zelf heeft hij bijvoorbeeld een keer een wolvenlezing gegeven aan vrijwilligers van het IVN, zodat zij kinderen op scholen de juiste informatie kunnen geven.
Op de Veluwe
Het is puur toeval dat de wolven op de Veluwe door een wandelaar gefotografeerd zijn. Een week voor het publiceren van dit artikel is er nog één gefotografeerd en de fotograaf heeft de media opgezocht. Het nadeel is dat gepubliceerde foto’s uitnodigen om op zoek te gaan naar wolven. Dit is dus zeker niet de bedoeling.
Belangrijk is dat mensen goed geïnformeerd worden. Er moeten wat Leo betreft meer wolvenexcursies komen waarin je niet op zoek gaat naar wolven, maar wel naar sporen. Keutels, pootafdrukken en misschien wat prooiresten. Gelukkig zijn die eerste twee volop te vinden op opengestelde paden. Op deze manier haal je een beetje de druk eraf bij iedereen omdat ze deel uit gaan maken van een unieke ervaring. Hopelijk respecteren ze vervolgens dan ook het bordje ‘verboden toegang’ bij rustgebieden. Wolven zijn ongevaarlijk, zolang je ze niet lastig valt.
Roedels in Nederland
Naast de Veluwe biedt Nederland veel meer plekken waar de wolf zich zou kunnen vestigen. De Oostvaardersplassen is een zeer geschikt gebied, omdat daar veel prooidieren aanwezig zijn. De wolf kan bijvoorbeeld, net als veel andere soorten, via de reeënpoortjes naar binnen glippen. En als het hem er niet bevalt kan hij zo ook weer naar buiten.
De aanwezigheid van de wolf in de Oostvaardersplassen zal waarschijnlijk een flinke invloed hebben op het gebied. De wolf kan daar gemakkelijk overleven en waar wolven leven verandert de vegetatie, doordat ze het terreingebruik van hun plantenetende prooidieren kunnen sturen. Het is Interessant om te zien wat dat zou kunnen betekenen voor de Oostvaardersplassen. Wie weet wordt de behoefte aan afschot sterk beperkt.
Een ‘teveel’ aan wolven, zoals soms al geopperd wordt, wordt door natuurlijke regulatie voorkomen. In onbejaagde populaties is gebleken dat de helft van de wolven sterft aan de gevolgen van een trap of geweistoot van een prooidier. De andere helft wordt door een soortgenoot gedood. Leo legt uit dat net als bij andere soorten ook bij de wolf alleen de sterkste dieren overleven.
Vervolgens kaart Leo het verband tussen territoria, roedel en voedselaanbod aan. De territoriumgroottes in Midden-Europa zijn redelijk constant gebleken. De wolf past zijn territorium- en roedelgrootte aan op het beschikbare voedsel. Als een wolf samen met zijn gezinsleden een edelhert scoort kan er zomaar 10 kilo voedsel naar binnen geschrokt worden. Dat gaat in grove brokken. Vervolgens gaan ze dan twee of drie dagen liggen uitbuiken. De dagelijkse energiebehoefte van wolven in Duitsland en Nederland is drie tot vier kilo per dag. Als ze klaar zijn met uitbuiken gaan ze weer opnieuw naar de gevonden prooi om er nog een hapje van te eten. Komen ze onderweg een ree tegen dan vinden ze dat lekkerder. Een ree is vers en dan gaan ze liever daar achter aan.
Wolven zijn erg slim en gebruiken bijvoorbeeld bij het jagen het door mensen ingerichte landschap. De hekken om een gebied blijken dan ineens een handig gereedschap tijdens het jagen om prooidieren klem te zetten.
Wolven en schapen
Volgens Leo moeten we beter zorgen voor onze landbouwhuisdieren. Wolven die zwerven kunnen tijdens hun tocht een schaap pakken. In het nieuws verschijnen soms berichten over honden die schapen aangevallen en zelfs doodgebeten hebben. Dit betekent ook dat zo’n schaap voor een solitaire wolf een makkelijke prooi is. Als zwervende wolf kom je de ene na de andere schapenwei tegen. Eigenlijk is het een soort fastfoodrestaurant-keten, aldus Leo. Als je die schapen niet gaat beschermen dan leren wij de wolven dat schapen een makkelijke prooi voor ze zijn en dan zullen ze daar meer op gaan jagen. Wolven zullen hun jongen die meegaan op jacht vervolgens leren hoe je een schapenwei binnenkomt en hoe je een schaap pakt. Dan heb je dus echt de poppen aan het dansen.
Eenieder die dieren houdt, moet zorgen voor een veilig onderkomen. Een veilig onderkomen betekent ook dat je ze beschermt tegen predatoren. Deze bescherming bestaat dus niet uit het met je jachtgeweer voor het kippenhok gaan liggen om die vos te betrappen en dood te schieten. In tegenstelling tot het gebruik van een jachtgeweer adviseert Leo om een stevig kippenhok te maken dat veilig is tegen vossen en marters. Hetzelfde geldt voor een schapenwei. Iedereen kan een schapenwei maken waar wolven niet zomaar toegang toe hebben.
Leo vertelt dat er in Europa al heel veel ervaring is. Naast flexnetten kun je ook kuddewaakhonden inzetten. Dergelijke honden zorgen voor meer gevaar voor de wolf en hoe meer risico een wolf loopt, hoe minder interessant de potentiele prooi voor hem wordt.
Wolf als toppredator
Als je een gebied hebt waar de hertenstand of de prooidierstand van wolven onbejaagd is door een predator, dan blijkt uit tal van onderzoeken dat de stand hoog kan oplopen. En dat heeft effect op het landschap. Als voorbeeld noemt Leo het Noord-Amerikaanse Yellowstone National Park, waarin het terugbrengen van de wolf ervoor heeft gezorgd dat er niet meer van die hoge prooidierenstanden komen. In Nederland kan dit worden bereikt door de spontane terugkeer van de wolf. Wat je dan krijgt, is dat de wolven in staat blijken om de groei van de populaties te remmen. De populatiecrash in de Oostvaardersplassen twee jaar geleden [2017, red.], was het moment geweest waarop predatie door de wolf serieus de groei van de populatie edelherten had kunnen vertragen.
Wolven jagen vooral op dieren die makkelijk te vangen zijn, zoals jonge onervaren dieren en oud of zwak wild. Hierdoor verminderen wolven bijvoorbeeld wintersterfte onder hoefdieren omdat ze al eerder de zwakke dieren eruit halen. De aanwezigheid van wolven houdt hun prooidieren bovendien in beweging waardoor ze minder op voorspelbare plekken en op voorspelbare tijden aanwezig zijn. Dit werkt door in het gebied waar ze leven. Met de wolf in de buurt zullen de prooidieren bepaalde voor hen risicovolle plaatsen gaan mijden, daardoor daar niet of veel minder zal worden gegraasd. Op die manier ontstaat een gevarieerder landschap. De aanwezigheid van een grote predator maakt het ecosysteem nog meer compleet. Kortom: het is belangrijk dat Nederland weer een toppredator krijgt. We moeten weer gaan leren om samen te leven met de wolf.
9 oktober 2019