Reeën in Zeeland voorlopig veilig

Reeën in Zeeland voorlopig veilig

De provincie Zeeland heeft ontheffing verleend om vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2029 reeën te doden vanwege de verkeersveiligheid. De afgelopen jaren ging het jaarlijks om ongeveer 300 dieren. Fauna4Life en Animal Rights hebben hiertegen beroep aangetekend en bij de rechter gevraagd de ontheffing te schorsen. Er zijn andere maatregelen om de kans op aanrijdingen met reeën te beperken. Bovendien blijkt nergens uit dat het schieten van reeën op enige manier bijdraagt aan de verkeersveiligheid. Tot onze vreugde heeft de rechter ons verzoek toegewezen, waardoor er voorlopig geen reeën mogen worden geschoten.

Wat voorafging
Eind 2023 gaf de provincie Zeeland aan een ontheffing te willen gaan verlenen om in de periode 2024 tot en met 2029 reeën te schieten ten behoeve van de verkeersveiligheid. De reebokken zouden het hele jaar mogen worden gedood en de reegeiten en hun kalveren elk jaar in de periode van 1 september tot en met 31 maart. Fauna4Life heeft samen met Animal Rights de provincie verzocht deze toestemming niet te verlenen. Op geen enkele manier is namelijk door de provincie aangetoond dat het doden van een groot aantal reeën op enige manier bijdraagt aan een verbetering van de verkeersveiligheid voor deze dieren. Er zijn daarentegen wel andere maatregelen voorhanden die kunnen worden getroffen om de kans op aanrijdingen te beperken. Het gaat dan met name om het verlagen van de verkeerssnelheid en daarop handhaven. Ook het verbeteren van het zicht langs de weg door de bermbeplanting laag te houden, draagt aantoonbaar bij aan het verhogen van de veiligheid. Zoals te verwachten was, verleende de provincie de ontheffing toch.

Beroep en schorsingsverzoek
Wij zijn tegen deze ontheffing in beroep gegaan. Aangezien het schieten direct van start zou gaan, hebben wij tevens een schorsingsverzoek ingediend bij de rechtbank. De provincie gebruikt als argument om in bepaalde gebieden reeën te laten schieten het ‘valwildpercentage’. Dat betreft het aantal dode of gewonde reeën ten opzichte van het totale aanwezige aantal reeën. Als dat percentage hoger is dan 5%, is er volgens de provincie sprake van een belangrijk risico voor de verkeersveiligheid. Hierbij verwijst de provincie naar een uitspraak van de Raad van State. Een dergelijk percentage is allereerst helemaal niet te bepalen en tevens volkomen arbitrair. Reeën zijn niet te tellen. Door telkens dezelfde inventarisatiemethode toe te passen, kan alleen een populatietrend worden bepaald. Omdat het precieze aantal aanwezige reeën niet bekend is, kan er sowieso geen percentage worden berekend. Bovendien is het percentage van 5% uit de lucht gegrepen. De provincie kon ook aan de rechter niet uitleggen, waarom voor dit percentage zou moeten worden gekozen.

Uitspraak
De rechter stelt dat “de provincie onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het verlenen van de ontheffing nodig is in het belang van de verkeersveiligheid”. Hij concludeert dat “de provincie niet heeft onderbouwd waaruit blijkt dat bij een valwildpercentage hoger dan 5% sprake is van een gevaar voor de verkeersveiligheid”. Dat er ‘geen beter alternatief voorhanden is’, zoals de provincie stelt, vindt de rechter onvoldoende.

Pauline de Jong, Fauna4Life, is heel blij met deze uitspraak. “De rechter maakt op deze manier korte metten met het automatisme waarmee door de provincie toestemming wordt verleend voor het schieten van reeën. Zolang de noodzaak tot afschot niet is aangetoond, dienen deze dieren met rust te worden gelaten.”

16 april 2024

Pin It on Pinterest