Wild zwijn, vos en knobbelzwaan in Utrecht voorlopig veilig

Wild zwijn, vos en knobbelzwaan in Utrecht voorlopig veilig

Het afschieten van wilde zwijnen en knobbelzwanen in de provincie Utrecht moet voorlopig stoppen. Het afschieten van reeën mag wél doorgaan. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland beslist. Vorige week legde de rechter al het afschot van vossen stil. Deze uitspraken zijn gedaan naar aanleiding van juridische procedures die door Fauna4Life en Animal Rights waren gestart.

Zwijnen
Sinds 1991 bestaat in Nederland het ‘nulstandbeleid’ voor wilde zwijnen. Dat houdt in dat er buiten de Veluwe en twee gebieden in Limburg geen groepen van wilde zwijnen mogen leven. Het Utrechtse provinciebestuur wees bij het verlenen van de ontheffing tot afschot van wilde zwijnen op dat nulstandbeleid en stelde dat als er eenmaal wilde zwijnen in Utrecht zijn, zij zich zó snel voortplanten dat ze schade gaan aanrichten en ziektes kunnen verspreiden. De rechtbank meende dat die aanname onvoldoende onderbouwd is. In Gelderland en Limburg komen dan wel grote groepen wilde zwijnen voor die schade veroorzaken, maar dat betekent nog niet dat in Utrecht een kleinere populatie óók schade zou aanrichten.

Knobbelzwanen
Het provinciebestuur verleende ook een ontheffing voor het afschieten van knobbelzwanen om schade aan grasland te voorkomen. De rechtbank moest in deze zaak de vraag beantwoorden wanneer sprake is van ‘belangrijke schade’. De vaste lijn in de rechtspraak is dat dat schade is van 250 euro per geval, per bedrijf, per jaar. De rechtbank oordeelt nu echter dat die lijn niet meer gevolgd moet worden.
Het begrip ‘belangrijke schade’ komt uit de Europese Vogelrichtlijn. Volgens de Europese Commissie moet het gaan om belangrijke schade aan een economisch belang. Er moet dus meer aan de hand zijn dan geringe schade of bedrijfsrisico. Daarom kan het volgens de rechtbank niet zo zijn dat 250 euro schade aan grasland in álle gevallen onder ‘belangrijke schade’ valt. Ook deze ontheffing was dan ook onvoldoende onderbouwd. 

Vossen
Het provinciebestuur verleende ook een ontheffing voor het afschieten van vossen in de nacht, bij bedrijven met vrije-uitloop-kippen en bij weidevogelgebieden. De rechtbank oordeelt in deze zaak dat het provinciebestuur beter moet onderbouwen waarom de vossen moeten worden afgeschoten. Daarnaast was deze zaak voor de rechtbank aanleiding om te kijken naar de landelijke vrijstelling voor het doden van vossen. Vossen staan op de landelijke vrijstellingslijst, maar de rechtbank verklaart de landelijke vrijstelling ‘onverbindend’.

Reeën
De ontheffing voor het afschieten van reeën is verleend vanwege de verkeersveiligheid. De rechtbank vindt dat het provinciebestuur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een relatie is tussen de hoeveelheid reeën in de provincie en het aantal verkeersongevallen en de ontheffing voor het afschieten van reeën blijft wél in stand. Deze relatie is echter niet lineair. Het enige dat met zekerheid kan worden gesteld is dat wanneer ergens geen reeën voorkomen, ze ook niet kunnen worden aangereden. Wij beraden ons nog op een eventueel hoger beroep tegen deze uitspraak.

In de zaken over de wilde zwijnen, de vossen en de knobbelzwanen moet het provinciebestuur nieuwe besluiten nemen met een betere motivering. Omdat het niet zeker is of dat gaat lukken vindt de rechtbank dat deze dieren in de tussentijd niet mogen worden afgeschoten. Daarom heeft de rechtbank in deze zaken de ontheffingen geschorst, waardoor de ontheffingen niet mogen worden gebruikt zolang er geen nieuwe besluiten zijn genomen.

25 februari 2022

Pin It on Pinterest